COLUMN

- Amy*
- 29 april 2023
- Column
- Columns van Amy
- 2 minuten lezen
“Als ik naar de hemel ga dan krijg ik vleugels en dan vlieg ik zo naar boven. Toch mam?” Faya kijkt me vragend aan. Ik denk even na voor een passend antwoord. Wat brengen die kinderen me soms in een lastig parket met hun vragen.
Na mijn uitleg -je aardse lichaam blijft hier en je krijgt een hemels lichaam- is het een poosje stil. “Ik ga vragen of ik wel mijn ogen mee mag nemen, want anders kan ik helemaal niets zien dan ben ik blind.” “Lieve Faya in de hemel heb je je aardse ogen niet nodig.”
Ik wandel naar het winkelcentrum en kijk om me heen. Wat zijn er veel mensen gehaast en geïrriteerd. Ook in de supermarkt zijn mensen kortaf en gesloten. Ik probeer wat mensen te groeten, maar ik krijg weinig tot geen reactie. Dan niet, denk ik toch iets gekwetst.
Op de terug weg schiet het gesprekje met Faya me te binnen. Over die hemelse ogen. Ik bedenk me dat ik nu al met hemelse ogen naar de wereld om me heen kan kijken. Dat ik niet langer zie wat ik zie, bijvoorbeeld de gehaaste en chagrijnige mensen, maar dat ik mag zien wat Hij ziet. Hij ziet hoe mooi mensen van binnen zijn. Hij ziet het hemelse plan op iemand zijn leven.
Ik let niet goed op en stoot mijn voet aan een losse stoeptegel. Oké dat lichaam is nog niet hemels, daar zal ik toch echt nog even mee moeten wachten. Maar mijn ogen dat is een ander verhaal. Vader, open mijn hemelse ogen.