COLUMN

Deze is cool mam! Gave kleur, en lekker veel vakken er in, die wil ik!

Onze oudste knul gaat voor het eerst naar het VO. Er veranderd veel en er zijn dingen aan vervanging toe.

Zo ook de rugtas. 

Tja, waar moet je nou precies op letten wanneer je zo’n kinddrager gaat kopen? Want de tas lijkt de brugpieper altijd te dragen in plaats van andersom. Vind ik dan.

We zijn er eigenlijk best snel uit. Hij moet functioneel zijn. Praktisch. En vooral GROOT. En, ook niet onbelangrijk: stoer! 

Goed, we doen de digitale surfplank onder onze voeten en gaan het wereldwijde web op. De zoektocht is begonnen.

Tussen alle leuke en grappige soorten, knallende kleuren en vreemde vormen die er zijn zie ik de rugtassen die niet slijten, niet te vervangen of in te ruilen zijn niet staan.

En toch zijn ze er. Duizend procent zeker. Ze zijn zelfs al gevuld met een flinke ballast. En ze zijn gratis. Gratis? Daar moet je als echte Nederlander als de kippen bij zijn natuurlijk! Of toch niet?

Onze middelste zoon van 8,5 jaar heeft zo’n gratis tas. Ik zeg het maar gelijk, hij is niet mooi. De inhoud is maar moeilijk te ontwarren en er komt steeds meer gewichtige inhoud bij. Het is een heel onhandig ding. Zonder handvaten. Zo ligt hij het ene mopment in mijn gekruiste armen voor op mijn buik, zo sleep ik hem achter me aan en zo ligt hij ineens op mijn schouders en bezorgd hij me nog net geen hernia. Ja, soms ben ik heel moe van het dragen van mijn zoon zijn rugtas. Want ja, hij heeft hem, maar ik draag hem. 

Zijn tas heeft een naam. Het heet TuBB2b. De naam van een gen die zich extra heeft gemuteerd en de hele boel tijdens de eerste belangrijke weken van zijn ontwikkeling in mijn buik in de war gooide. Zijn hersenen werden niet goed aangelegd, sommige delen kwamen niet ‘af’ en sommige delen functioneren anders dan waar ze oorspronkelijk voor bedoeld zijn. 

Toen hij geboren werd zagen we niks aan hem. Een gezonde knul. Dronk goed en groeide ook prima. Maar na een aantal maanden zagen we dat hij achter bleef in ontwikkeling en kwamen we op den duur met hem in de medische molen terecht. 

Ik weet nog goed dat ik naar de kinderarts ging voor de uitslag van de MRI-scan. Twee dagen voor kerst. ‘Ach joh, hij is gewoon wat langzamer dan de rest’, zei ik steeds tegen mezelf…. Paar therapieën ofzo en dan is hij er wel overheen. Maar de MRI zei iets anders. De kinderarts keek heel bedrukt. ‘Hij is gehandicapt’, zei ze. Stom woord, gehandicapt. Ik noem hem liever extra gezegend. Want hij heeft maar mooi een gen meer dan mij. Lucky boy! Mijn man en ik noemen het zijn vrolijkheids-gen. Want hij straalt altijd. 

In zijn ogen is iedereen ook van gelijke waarde. Dat vind ik zo mooi aan hem. Hij ziet geen rijk of arm mens voor zich staan. Geen hoogbegaafd of zwakbegaafd iemand. Geen dunne of dikke meneer of mevrouw. Hij ziet iemands karakter, Wat iemand uitstraalt. En daar speelt hij dan op in. Doe jij boos tegen hem, dan ziet hij jou als mevrouw Boos. Ben jij vriendelijk, geduldig, straal jij rust uit, dan krijg jij dat terug van hem. 

Is het zo ook niet met onze Vader in de hemel? Wat ziet Hij als hij naar ons kijkt? Wat straal ik uit? Wat straal jij uit? Kan men aan jou zien dat je christen bent? Niet christelijk, maar Christen. Het verschil ken je wel toch? Weerspiegel jij Jezus? 

Weerspiegel ik Hem als ik zou klagen over de rugzak van onze zoon? Nee, want wij kregen hem niet voor niks. Gods plan en doel is veel hoger dan wij ons voor kunnen stellen. Hij plaatste dit kind bij mij om me te leren wat geduld is. Onze knul kan niet snel lopen of zijn kleren, spalken en schoenen zelfstandig aantrekken. Ik moest losgemaakt worden van mijn klok. Van de tijdsdruk waar ik in leefde. Ik was altijd gehaast, moest zo veel en liep zo vaak te stressen. Door de handicaps van mijn zoon bemerkte ik dat ik ook ergens een rem scheen te hebben en die leerde ik te gebruiken. 

Mopper ik dan nooit meer? Ja natuurlijk wel. Als ik weer -tig mailtjes en belletjes moet tikken of plegen om één simpel ding te regelen, ja dan brom ik en baal ik van die stomme rugtas. Maar God maakte mijn schouders breder en sterker en geeft extra kracht om die rugtas te dragen. Zo goed is onze God dat Hij ons alles geeft wat we nodig hebben. We mogen zorgen voor, maar hoeven niet bezorgd te zijn. 

Boven mijn bed hangt een prachtig wandkleed met Filippenzen 4:6 er op. Wees in geen ding bezorgd, maar laat je verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God.

Zo mogen wij leven. Elke dag. Hij zorgt voor jou, voor mij en voor jouw kind met zijn of haar bagage. Leg je zorgen, waaroms, pijn, verdriet en gemis bij Hem neer. Hij wacht op jou, want Hij wil jou zo graag nog veel meer geven. Hij wil je zuiveren, verfijnen, nog mooier maken. Aan ons de taak om Zijn Geest ruimte te geven om dat werk in ons te kunnen doen. Zullen we daar vanaf vandaag (met een dankbaar hart!) samen mee beginnen?

Geschreven door Marijke Ras

Aanbevolen columns

Koken met Esther